top of page

please, stop met pleasen

Wanneer noem je iemand een pleaser? Dat doe je, als je opmerkt dat iemand haar of zijn handen vol heeft aan het de ander naar de zin maken. Als iemand zich overmatig verantwoordelijk voelt voor de gevoelens en het welzijn van de ander. Het voelt dan vreselijk, alleen het idee al, dat je iemand kwetst of teleurstelt. Dit is vaak een zo diep ingesloten overlevingspatroon, dat de pleaser zichzelf daar amper van bewust van is. Uitspraken van een pleaser zijn bijvoorbeeld: ‘Het is toch fijn om een ander een plezier te doen?’. ‘Ik houd er niet van om moeilijk te doen’. ‘Gaat u maar voor’.

Pleasen om te overleven Please-gedrag is een dwangmatig en zelfs verslavend patroon bedoeld om goedkeuring te krijgen en afwijzing te voorkomen. En intussen ben je zelf de allergrootste afwijzer van je eigenheid. Je ware zelf mag er niet zijn. Alleen jouw dienstbare, naasten-liefhebbende, klant-georiënteerde en vriendelijke kant mag in de etalage. De rest moet achter de schuifdeuren in het magazijn blijven. Mijn pleaser noem ik op z’n Brabants: ’t goei meidje’. Gelukkig is ‘mijn pleaser’ niet meer in vaste dienst. Meer een oproepkracht, die tevoorschijn komt als ik druk en moe ben. Als ik niet tijdig heb gezorgd voor mij passende grenzen en te veel ruimte heb afgegeven. Ofwel op momenten waarop ik uit contact ben met mijn binnenwereld en daardoor ontrouw aan mijn gevoel en behoeften.


Bovenal: aardig blijven Angst om niet aardig te worden gevonden voert bij de pleaser de boventoon. Een pleaser heeft een hekel aan conflicten en is als de dood voor confrontaties. ‘Laten we het gezellig houden!’, ‘Hoe is het met jou?’. ‘Wat een smaakvolle inrichting. Mijn complimenten’. Alle aandacht is gericht op de buitenwereld. Je omgeving krijgt in de gaten dat jij geen ster bent in het stellen van gezonde grenzen, dus word je met het grootste gemak gevraagd voor allerlei rotklussen. Anderen zeggen mogelijk achter je rug: ‘Haar krijgen we wel zo gek. Ze zegt toch geen nee’. De ander krijgt in de smiezen dat je het heel graag allemaal goed wil doen en maakt daar aardig gebruik en ook misbruik van. Je wordt met mooie woorden gemanipuleerd om aan de behoeften van de ander te voldoen.

Je verloochent jezelf en ook vernedering is je niet vreemd. Zo sta je met al je goede bedoelingen met lege handen eenzaam in de kou.


Trots op dienstbaarheid Als pleaser ben je er trots op dat je onmisbaar bent als het gaat om het organiseren van feestjes, ziekenzorg, verhuizingen, meetings, etc. ‘Dat doe ik wel even’. Je zit zichtbaar al op het puntje van de stoel, leunt op de bal van een voet om snel in actie te komen. De rugleuning is voor luiwammesen, niet voor jou. Je bent er trots op om twee gesprekken tegelijk te kunnen volgen. Dan kun je die ander ook nog jouw onmisbare goede raad geven. Je bent de rots in de branding als er problemen zijn en werkt je voor en achter de schermen drie slagen in de rondte, terwijl de anderen al het glas heffen. Daar ben je nog apetrots op ook. En vragen of iemand je wil helpen, zodat je samen aan de borrel kunt, komt niet bij de pleaser op. Je hebt de koninklijke taak om perfect te voldoen, zelfs aan de onuitgesproken verwachtingen van anderen. Dat je meer en meer uitgeput raakt, daar komt de buitenwereld niet achter. Alleen je partner of meest nabije krijgt de chagrijnige en oververmoeide kant van je te zien. Je houdt het namelijk niet meer vol om al die stress de klok rond te verbergen. En dat is maar goed ook.


Afhankelijk van complimenten Aardig gevonden worden lijkt een absolute noodzaak. Kritiek voelt als een onoverkomelijke ramp. Je legt daardoor bij de ander de plicht op de schouder om jou, hoe dan ook, goed te keuren. Afkeuring kun je immers niet verdragen. Je werkt je dan ook uit de naad voor positieve feedback. Je bent hartstikke moe en zegt toch maar weer ja als iemand je hulp vraagt. Je bent nodig en dat geeft de illusie dat je er mag zijn, dat je erbij hoort. Je hebt houvast aan de valse hoop: ‘Als ik klaarsta voor de ander - wordt er van me gehouden - en staan ze als het nodig is ook klaar voor mij.’ Eigen oprechte gevoelens worden vooralsnog angstvallig verborgen. Stel je voor dat iemand daarachter komt. Het ‘slechte’ deel van de pleaser wordt weggestopt, zo bang om daarop afgekeurd te worden. Kennelijk voelde je je als kind onbewust veiliger bij aanpassing en volgzaamheid dan bij eigenheid.


Onzeker gevoel Je bent een kampioen in sorry zeggen. Als je de ander niet helpt voel je je uit de maat schuldig. Voor van alles en nog wat heb je de gewoonte jezelf te verontschuldigen. Bijna: ‘Neem me niet kwalijk dat het regent’, of nog erger: ‘Sorry dat ik besta’. Schuld en schaamte spelen je parten vanuit de overtuiging: 'Ik doe het verkeerd en ik ben verkeerd’. Kortom, je schaduwzijde moet hoe dan ook bedekt blijven en mag onder geen beding in het openbaar gezien worden. En naarmate de tijd vordert nemen ‘onverklaarbare’ stressklachten en vermoeidheid toe. Er begint iets te dagen. Zo hou je het niet langer vol. En je diepste verlangen als tegenhanger van je grootste gemis kun je niet langer onderdrukken: ‘Dat er voor jou gezorgd wordt, zonder dat je erom hoeft te vragen, op de manier die jij prettig vindt'. Stel je eens voor dat iemand dit liefdevol voor je doet. Hoe is het voor je om die zorg voluit te ontvangen?

noodzaak doet bewegen

Kantelpunt Soms is het een klein voorval dat de emmer definitief doet overlopen. Je gaat oprecht voor jezelf staan: ‘En nu is het afgelopen!’. Je realiseert je dat er een groot verschil is tussen helemaal jezelf zijn of je enkel identificeren met de pleaser, met de goedheid zelve. Je kunt echt niet iedereen gelukkig maken en dat is ook niet jouw taak. Je ontslaat met onmiddellijke ingang elk ander om jou goed dan wel af te keuren. Zijn ze nou helemaal gek geworden. Ik ben geen gekke Henkie. Dat ben ik veel te lang wel geweest en daar heb ik een forse prijs voor betaald. Per vandaag is het voor eeuwig en altijd afgelopen. Ik keer terug naar mijn eigenheid, wat een ander daar ook van vindt. Wat ze vindt mag ze houden.


Eigen behoeften Veel pleasers zijn verbaasd dat ze zelf ook gevoelens en behoeften hebben. De focus lag immers steeds bij de ander, bij de buitenwereld. Als je afscheid wil nemen van de pleaser is de eerste stap dat je je richt op je eigen binnenwereld. Wat voel je lijfelijk, wat is je behoefte en hoe kun je daar zelf voor zorgen of een ander vragen daarvoor te zorgen. Steeds opnieuw naar binnen keren. Je openstellen voor eigen lichaamssignalen en emoties die zich elk moment aandienen. Voelen wat er te voelen valt. Als ik nu -nota bene midden in de zomer- naar buiten kijk zie ik een volledig bewolkte hemel en een miezer-regen. Dat is het. Mijn heeroom Martien zou zeggen: ‘Het is ander weer’. Dat is alles. Als ik straks naar buiten ga, regenjas aan, plu mee en niks aan de hand. Zo kun je ook naar je binnenwereld kijken. Het voelt steeds anders. Dat is alles.


Radicale zelfzorg Het kan zeer bedreigend voelen om je eigen behoeften op de eerste plaats te zetten. Om schuldgevoelens over de schutting te gooien. Om te zeggen wat je te zeggen hebt en te vragen wat je te vragen hebt. Om trouw te zijn aan de door jou gestelde prioriteiten. Je hebt de moed om dit, al dan niet met klamme handjes, toch te doen. Je authentieke zelf krijgt dan alle ruimte. Je luistert naar de richtinggevende boodschappen vanuit je binnenwereld in plaats van de verplichtingen en verwachtingen vanuit de buitenwereld. Je bent net een mens. Anderen leren je nu pas echt kennen. Je staat rechtop en oprecht voor jezelf. Je zegt ja als je ja wilt zeggen en nee als je nee wilt zeggen. Iedereen draagt voortaan zijn of haar eigen tas en daarmee haar eigen verantwoordelijkheid voor welzijn en geluk. Jij de jouwe en ik de mijne. Juist door kwetsbaarheid niet langer te verstoppen koers je op eigen kracht.


inspiratie onder meer: - stop met pleasen, andrea mathews

- altijd aardig blijven, piet weisfelt - ben ik een empaat? stephanie red feather

- laat je zien, rachel hollis

- onderbroken contact met je wijze lijf, jozien wijnakker



bottom of page