top of page

je mag eten wat je wil

Is er wel genoeg brood op de plank? Helaas is dit voor velen in de wereld een dagelijks probleem. Ons druk maken over de kwaliteit en kwantiteit van voeding erken ik als een sociaal-economisch voorrecht. Vroeger mochten we bij ons thuis het woord honger, wat toch een heel natuurlijk instinct is, niet gebruiken. Honger hebben ze in de missie kreeg ik dan te horen. In westerse landen lijkt juist de overvloed van voeding een probleem. Kijk maar naar de gigantische toename van obesitas. Eten vanuit natuurlijke intuïtie lijkt verleden tijd. Het oudste, meest dierlijke deel van ons brein, is gericht op overleving. Een grote zorg van dit deel van de hersencellen is: ‘Is er morgen wel genoeg brood op de plank?’. Dit zenuwstelsel regelt van alles instinctief, we hebben daar niets over te zeggen. Onze overlevingskansen staan voorop en daartoe zet dit brein alles in het werk om ervoor te zorgen dat we ademhalen, eten, drinken, vrijen en slapen. Als je ooit rigoureus een of meerdere crash-diëten hebt gevolgd, dan wordt je brein alert: ‘Wanneer moet ik het weer met de kruimels doen? Is er morgen nog wel genoeg voor dit mooie lijf? Ik geef als de wiedeweerga opdracht om genoeg te eten en om een voorraadje aan te leggen, anders overleeft ze het nooit’, zou het oerbrein zeggen als het kon praten. Ofwel, het brein stuurt je per direct op voedseljacht om hongerdood te voorkomen.

Vooral intellectueel of vooral emotioneel? Als het oerbrein zeker weet dat er genoeg brood op de plank is dan kalmeert het. Hoe ga je hier nu met gevoelig verstand en verstandig gevoel mee om? Volgens theoloog Tjeu van den Berk die het boek ‘Het mysterie van de hersenstam’ schreef, kun je als het gaat om eten twee soorten benaderingen onderscheiden. Deze noem ik allebei ‘uit de maat’. Dit zijn de intellectuele en de emotionele eters.

  • Mensen met een intellectuele eetstijl kiezen hun voedingswaren bewust met behulp van het weldenkende nieuwste deel van ons brein, de cortex . Ze weten alles van enzymen, hormonen, vitaminen, koolhydraten, eiwitten, etc. Deze eters zijn kritisch en oplettend voordat ze ook maar iets in hun mond stoppen. De allerbeste brandstof moet genuttigd worden om de lijfelijke energiemotor perfect af te stellen.

  • Een andere uitschieter is de emotionele eter, de 'snaaier', de gulzige en vaak ook de demper van innerlijke onrust. Deze snelle eters hebben hun mond al vol voordat ze er erg in hebben. Zijn daarmee ook hun wezenlijke behoeften vervuld?

Beide uitersten leiden vroeg of laat tot lichamelijke en geestelijke klachten. De verbinding in het brein tussen de verstandige cortex, het veelal onbewuste emotionele lust/onlust gedeelte en de instinctieve hersenstam is zoekgeraakt. Geregeld hoor ik in mijn praktijk over actuele of eerdere ernstige eetproblemen. Ofwel vanuit te weinig eten, ofwel vanuit te veel eten. Zelf schaar ik me onder de sociale over-eters. Alcohol kun je laten staan. Voeding heb je dagelijks nodig. Echt een hele opgave om hier een gezond evenwicht in te krijgen.


Fijngevoelig je maat kennen Het vraagt contact met je eigen wijze lijf om fijngevoelig te worden voor wat je nodig hebt en waar je behoefte aan hebt. Wat helpt jou om energiek en helder te blijven? En wat helpt je om te genieten van al het zoetige en hartige dat op je bord komt? ‘Eet pas als je honger voelt’, zegt een van de vele voedingsexperts. Zou het echt zo eenvoudig zijn? Honger is iets anders dan eetlust, trek of zin. Eet je omdat je fysiek honger hebt, je verveelt, onrust voelt of omdat het tijd is om te eten? Dieet-adviseurs zeggen: ‘Eet niet te veel en niet te weinig’. Dat snapt iedereen wel. Maar, hoe doe je dat in godsnaam en hoe hou je dat vol? En spelen hormonen, emoties, financiën, cultuur, opvoeding, voedselaanbod, marketing en gewoonten niet ook een grote rol? De kunst is om vrijuit je eigen maat te volgen. Je mag eten wat je wil. En het is aan jou om de consequenties van je keuzes te aanvaarden. Natuurlijk is leefstijl van belang en tegelijk heeft ieder mens ook met het lot te maken. We hebben over onze gezondheid maar gedeeltelijk controle. Kortom, wat is wijsheid?

Op de klok of op gevoel? Toen ik jong was kregen we met Pasen zomerkleren aan en met Allerheiligen, dat valt op een november, winterkleren. De feitelijke temperatuur deed niet ter zake. Deze gewoonte volgden destijds de meeste mensen in de streek waar ik woonde. Toen mijn neefje van vier op de fiets naar school werd gebracht, wilde hij geen jas aan. ‘Okay’, zei zijn moeder, ‘dan neem ik die wel mee voor als je het onderweg koud krijgt’. Nog geen kilometer op pad of daar hoorde ze: ‘Mam, ik heb het koud mag ik mijn jas aan’. Twee voorbeelden waarbij het ene gestoeld is op de ratio en gewoonten. En het andere op feitelijke beleving en daarnaar handelen. Van kleding weer terug naar voeding. De meeste mensen eten op vaste tijden. Sommigen bepalen op zondagavond het menu voor de hele week en anderen zeggen: ‘Ik ga nog geen boodschappen doen, want ik weet nog niet waar ik zin in heb’. En de nieuwste trend is intermittent fasting, dan eet je een tijdje helemaal niet. Eet jij op de klok, op gevoel of een combi? En bevalt dat?

Van sjoemelen naar zelfzorg Een onderliggende vraag die volgens mij mee speelt: Ben je het wel waard om je lekker in je vel te voelen? Mijn uiterlijk bepaalt mijn aantrekkelijkheid en dus mijn eigenwaarde? Is dat waar? Zijn er overtuigingen die zorgen voor zelfafwijzing? Mag je bepaalde voeding perse niet eten? Of moet je iets perse wel eten? Mag je wel tijd nemen voor gezonde voeding. Tijd om te luisteren naar je lichaam en aandacht om ervoor te zorgen? Kun je voelen wanneer je honger of dorst hebt, of wanneer je naar de wc moet? En mag dat dan ook? Of moeten eerst alle taken af zijn en sluit je je af voor lijfelijke behoeften? Heb je wel eens als een junk voedsel gebunkerd? Of krijg je soms geen hap door je keel? Ligt de volgende hap al op je lepel terwijl je nog kauwt op de vorige? Als je echt naar je eigen wijze lijf luistert en er liefdevol voor zorgt, blijft dit ‘sjoemelgedrag’ na verloop van tijd vanzelf achterwege. Je lichaam weet wat er van binnen aan de hand is en ‘vertelt’ wat je te doen staat. Luister maar en tast het maar eens af. Intuïtief vertelt je wijze lijf over jouw smaak en maat. Als je de tijd neemt om met aandacht te eten en echt te proeven ga je steeds beter aanvoelen waar voor jouw de gezonde grens ligt. Hoe is het voor je om die grens serieus te nemen en er naar te handelen? Zoals ik schreef, vooral in gezelschap vind ik dit knap lastig.


Samenwerking gevoel & verstand Wat ik interessant vind aan dit onderwerp is, dat het niet alleen mij maar heel veel mensen dagelijks bezighoudt en in beroering brengt. En geregeld ook in moeilijkheden brengt zoals overgewicht, fysieke klachten, onzekerheid, schuld- en schaamtegevoelens. En dat er een hele financieel winstgevende industrie op draait, terwijl het gezondheid kost. Dat we ons onbewust laten verleiden door slimme marketingtrucs. Ook dat er vele en telkens nieuwe experts zijn. Dat er vele gouden bergen c.q. slanke lijven worden beloofd. En dat dit tot mijn dertigste amper onderwerp van gesprek was en iedereen frank en vrij een speculaasje bij de koffie nam. En dat ik, nu ik weer eens in dit vraagstuk duik, ontdek dat ook hier de haptonomie-metafoor van toepassing is:



Ons lijf kun je zien als een huis. Bovenin woont het verstand, onder het gevoel en in het midden de ziel. Als gevoel en verstand goed samenwerken straalt het hele huis en is de ziel dik tevreden.




Verantwoording: De tekst staat in grote lijnen ook in mijn boek Onderbroken | contact met je wijze lijf" in het hoofdstuk: Helder grenzen aangeven. Ik ben al jaren geïnteresseerd in voeding en alles wat daarbij komt kijken, heb aan allerlei trends meegedaan en lees, beluister en bekijk verschillende stromingen. Ik ben zeker geen voedingsdeskundige. Ik heb wel weet van voeding in relatie tot gevoelig verstand en verstandig gevoel.





bottom of page